Parellelle werelden: betaald en onbetaald werk, als zoet en zout water

ProfielfotoJan de Rond 23-06-2021 1730 keer bekeken 0 reacties

Krijgen vrijwilligers deze (super)zomer de de eer, plaats en waardering die zij verdienen of blijven ze met lege handen achter? Zijn ze de spreekwoordelijke waterdragers? De super sport- en cultuurzomer in een ander licht bezien.

Deze zomer wordt een super sport- en cultuurzomer. Na lang wachten kunnen we eindelijk ons huis uit en genieten van mooie sport, cultuur en muziekevenementen. Veel van deze evenementen kunnen niet zonder vrijwilligers. Krijgen de vrijwilligers de eer, plaats en waardering die zij verdienen of verdwalen ze in de turbulentie van de evenementen en staan ze ook deze zomer na afloop met lege handen? Blijven vrijwilligers waterdragers?

Door Jan de Rond & Lucas Meijs

Investeerders of sprinkhanen?
Al jaren woedt de discussie over maatschappelijk nut en noodzaak van grote en supergrote sport- en cultuurevenementen. Deze zomer zien we een concentratie door de uitgestelde evenementen vanwege de coronacrisis, zoals het Eurovisie Songfestival, de Olympische Spelen, EK-voetbal, etc.. Zijn deze mega events die van stad naar stad en van land naar land trekken de investeringsmagneten die de lokale economie en samenleving stimuleren (zo wordt het verkocht), of zijn het sprinkhanen die steden en landen leegzuigen, de voedingsbodem voor lokale events en gemeenschappen verschralen, burgers verdwaasd achterlaten en daarna verder trekken op onze planeet?

In Nederland wordt van oudsher al veel vrijwilligerswerk gedaan, bij sportverenigingen, in de kerk, bij actiegroepen, muziek- en cultuurverenigingen, buurt- en wijk organisaties, et cetera. Vrijwilligers zijn doorgaans bescheiden en zetten zich met hart en ziel belangeloos in voor de gemeenschap. Je doet het bijna altijd bij een vereniging of stichting. Veelal lokaal, zelden of nooit bij een mega-evenement of bedrijf. Daar lijkt verandering in te zijn gekomen.

Bij grote evenementen groeit de laatste decennia het aantal vrijwilligers. Bij de wereldwijde mega evenementen wordt in alle landen gepronkt met het aantal meewerkende vrijwilligers. Olympische spelen zijn groot inzetters van vrijwilligers (Atlanta, 78.000; Sydney, 75.000; Londen, 70.000; Beijing, 100.000). Indrukwekkende getallen en op het eerste gezicht een goede zaak, maar is dit ook zo?

Waterdragers
Zonder vrijwilligers zouden deze mega-evenementen niet georganiseerd kunnen worden, zoveel is wel duidelijk. Ook duidelijk is dat met de evenementen flinke budgetten gemoeid zijn én dat er soms forse winsten geboekt worden door hoge entree gelden, tv rechten, sponsoring et cetera. Enkele betrokkenen (sporters, artiesten, bestuurders, organisatoren) verdienen veel en veel betrokkenen, waaronder vrijwilligers, verdienen weinig tot niks. Soms ontbreekt het zelfs  aan vergoeding van gemaakte kosten voor de vrijwilligers. De vrijwilligers zijn in deze de spreekwoordelijke waterdragers. Overigens, als vrijwilligers daar om hun moverende redenen vrijwillig voor kiezen zijn wij de laatsten om ze dat te verbieden, maar….

Kan of moet het werk van de vrijwilliger bij de mega-evenementen betaald gedaan worden? Verricht de vrijwilliger additioneel werk dat niet door betaalde mensen gedaan kan worden? Een van de criteria bij de beoordeling van deze vragen was en is het verdringingsprincipe. Maar wie doet deze beoordeling? Ooit, in de jaren tachtig van de vorige eeuw, bestond er een commissie die dit bekeek. Van deze commissie wordt al decennia niets meer vernomen.

Zoet en zout mengt lastig
Nu in onze samenleving nadrukkelijker de vrijwilligerskaart gespeeld wordt, is een herdefiniëring van de verhouding tussen betaald en onbetaald werk op zijn plaats. Immers, in 12-15% van de in Nederland ingeschreven organisaties (profit en non-profit) wordt vrijwilligerswerk verricht. Naast profit- en non-profit organisaties ontstaat een derde type, de not-for-profit organisaties, zoals sociale ondernemingen. Een heldere positionering van onbetaald en betaald werk is dan serieus aan de orde.

Daarbij speelt ook een rol dat betaald en onbetaald werk zijn als zoet en zout water, hetzelfde en toch anders. Zonder wrijving en roeren mengt het niet. Betaald en onbetaald werk blijkt lastig te mengen en menging levert gedoe op. Maar dat het niet goed mengt, biedt misschien wel de oplossing;  sommige vissen gedijen nu eenmaal goed in zoet en andere in zout water. Of in andere woorden: sommige werkzaamheden kunnen beter door het zoet en anderen door het zout gedaan worden!  

Er is dus werk aan de winkel voor deze (slapende) commissie. Of nog beter: geef het vrijwilligersleven een plaats in de Sociale Economische Raad (SER) naast werkgevers, werknemers en overheid

Opnieuw beoordelen en positioneren
Na de afschaffing van de 48 urige werkweek in de jaren zestig van de vorige eeuw, de stormachtige ontwikkeling in deze eeuw van de flexibele arbeidsmarkt, het flexibel werken, de belevingsindustrie (recreatie) én het ontstaan van not-for-profit organisaties is het tijd voor bezinning. Laten we verschraling van menselijke energie voorkomen door het verschil en samengaan van onbetaald en betaald werk te herdefiniëren. Wat kan én moet betaald worden en wat juist niet? Wanneer gebruiken we het zoet en wanneer het zout?

Jan de Rond is sociaal makelaar bij Lokale Goededoelengids NL

Lucas Meijs is hoogleraar strategische filantropie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam

0  reacties

Partners:     Movisie

Cookie-instellingen